|
|
|
|
|
|
Langzaam nadert de herfst en dieren kunnen met de ondersteuning van voedingssupplementen en celzouten hun optimale weerstand behouden.
|
In de herfst is er vaak wind,regen en een lagere temperatuur. Dat vraagt meer va het immuunsysteem en kan dan wel wat ondersteunen gebruiken, zodat het zelfhelend vermogen in balans blijft bij uw dier.
|
In deze nieuwsbrief wordt de inzetbaarheid van voedingssupplementen en celzouten uitgelicht, waarmee dieren ondersteund kunnen worden om te kunnen herstellen van hun klachten.
|
|
|
|
|
Voedingssupplementen
De inzet van voedingssupplementen draagt bij aan het herstel van het dier.
|
Het aanbieden van vitaminen, mineralen, spoorelementen, aminozuren en vetzuren zorgen voor een goede stofwisseling en immuunsysteem.
|
Deze nutriënten zijn bouwstenen voor cellen en weefsels die via goede voeding aangeboden wordt.
|
|
Bij ziekte en herstel, beperkt beschikbaar aanbod in de voeding of slechte darmgezondheid kunnen te korten van nutriënten ontstaan en is het aanvullen met voedingssupplementen waardevol.
|
|
Celzouten
De celzouten zijn mineralen die een fundamenteel belang hebben voor de opbouw en instandhouding van een lichaam.
|
De celzouten bestaan uit 2 elementen mineralen die dragers zijn van de lichaamsenergie zoals Natrium, Chloor, Kalium, Calcium, magnesium, Ferrum, fosfor, sulfaat en silicea.
|
Bij een vermindering van een celstofwisseling gaan deze mineralen verloren en ontstaan er tekorten.
|
|
Het aanbieden van celzouten verbetert de celstofwisseling en draagt bij aan de opbouw en herstel van het dier.
|
|
|
|
|
|
|
Vitaminen
|
Vitaminen zijn nutriënten die invloed hebben op de stofwisseling en dragen zijn aan enzymatische processen.
|
Er zijn vet-oplosbare vitaminen en wateroplosbare vitaminen. De vet-oplosbare vitaminen (A, D, E, K) zorgen voor de slijmvliezen, hormonen, huid, darmen, bloed, spieren en botstructuren.De wateroplosbare vitaminen (B, C, H) dragen bij aan het energiemetabolisme, eiwit- en vetstofwisseling.
|
Bij carnivoren speelt de vitamine B12, ookwel cobalamine een belangrijke rol voor de functie van het zenuwstelsel en het bloed. Samen met foliumzuur (vitamine B9) draagt het bij aan de celmetabolisme. Een goede darmgezondheid, waarbij een gezonde darmmicrobioom bijdraagt aan de opname van vitamine B12. Een tekort aan vitamine B12 heeft invloed op het immuunsysteem, zenuwstelsel en ontwikkeling van rode bloedcellen.
|
|
De meeste vitamines worden opgenomen via de darmen. Naast goede darmgezondheid en is goede kwalitatieve voeding belangrijk voor de opname van voldoende vitaminen.
|
|
|
|
|
|
|
Mineralen en spoorelementen
|
Mineralen zijn nutriënten die invloed hebben op de stofwisseling, vochtregulatie, hormonale huishouding, spier- en botweefsel,. Het gaat om de mineralen Calcium, Fosfor, Magnesium, Natrium, Kalium, Chloor en Zwavel.
|
Spoorelementen zijn stoffen die een rol spelen bij oa het bloed, enzymen en hormonen.
|
Een tekort van mineralen en spoorelementen veroorzaakt een vermindering van lichamelijke functies zoals problemen in de vochthuishouding, spijsverteringsproblemen, hormonale verstoringen, klachten met spieren en botten.
|
|
Het aanbieden van suppletie met mineralen en spoorelementen draagt bij aan het herstel van de gezondheid van het dier.
|
|
|
|
|
|
|
Aminozuren
Aminozuren vormen het eiwit in het lichaam en dragen bij aan de opbouw van het lichaam. Eiwitten zorgen voor groei, herstel, aanmaak hormonen, enzymen, spieren en bindweefsel.
|
Er bestaan ongeveer 20 aminozuren, waarvan er een aantal via de voeding opgenomen worden zoals cystine, tryptofaan, lysine, taurine.
|
|
Opname van goede kwalitatieve eiwitten, zorgt ervoor dat het lichaam van het dier goede bouwstenen krijgen voor de functies in het lichaam.
|
|
|
|
|
|
|
Vetzuren
Vetten zijn belangrijke nutriënten voor het lichaam. Ze geven energie, vormen een isolatie en bescherming, dragen zijn aan de vertering van vitaminen en vormen vetten een waterbron.
|
Vetten zijn onderverdeeld is verzadigde (dierlijk) vetzuren en onverzadigde (plantaardig) vetzuren.
|
De essentiële vetzuren dragen bij aan de vorming van hormonen zoals prostaglandines en zijn bouwstenen van celmembranen. Tekort aan vetzuren geeft problemen van de hormoonhuishouding, immuunsysteem, huid en vacht en groei.
|
|
De essentiële vetzuren zijn omega 3 en 6 en in balans zorgen de omega's voor de balans. Onder de omega 3 vetzuren vallen de ALA, EPA en de DHA en zit in lijnzaadolie, vette vis uit de oceaan en algenolie.
|
Onder de omega 6 vetzuren vallen de LA en de GLA en zit oa in zonnebloemolie, borageolie en teunisbloemolie.
|
Het aanbieden van goede kwalitatieve vetzuren draagt bij aan het herstel. Deze vetzuren zijn te herkennen aan o.a. een donkere fles vanwege de houdbaarheid.
|
|
Vetzuren oxideren bij oa licht en bij oxidatie worden de vetzuren toxisch en belastend voor het lichaam. Er is voorzichtigheid geboden bij het aanbieden van vetzuren.
|
|
|
|
|
|
|
Celzouten
De minerale verbindingen van de celzouten worden in een gewreven verdunningen aangeboden en aanwezige verstoringen in het lichaam opgelost worden.
|
Celzouttherapie voorziet het herstel van de celstofwisseling en draagt bij aan de balans op zowel fysiek, mentaal en emotioneel niveau. Elk celzout heeft specifieke eigenschappen die overeenkomen met een bepaald klachtenbeeld die ontstaat bij een tekort van een celzout.
|
Er zijn 12 hoofdcelzouten en aanvullende celzouten die betrokken zijn bij de stofwisseling van het lichaam. Elke celzout heeft hoofdfunctie en een samenstelling van verschillende celzouten ondersteunen en versterken elkaar in de hoofdfunctie.
|
Bij dieren worden de celzouten in oplossing van bronwater aangeboden, zodat de celstof vrijkomt en goed worden opgenomen door het mondslijmvlies.
|
|
Door de celzouten in een voorgeschreven reeks en/of samenstelling aan een dier te geven, kunnen de celzouten elkaar versterken in hun werking voor optimaal herstel van dier.
|
|
|
|
|
|
Darmgezondheid
Een goede darmwerking draagt bij aan de opname van nutriënten.
|
Een verstoring van het microbioom in de darmen heeft gevolgen voor de opname van nutriënten in het lichaam
|
Oa kan er een tekort aan vitamine B12 en een verhoogd gehalte aan foliumzuur door een dysbacteriose in de darmen ontstaan.
|
Te veel belasting van de darmen door wormkuren, antibiotiica's en andere medicijnen kunnen de darmgezondheid schaden.
|
Er kan dan een Leaked Gut Syndroom ontstaan, waarbij doorlaatbaarheid verhoogd en de barrière functie is verslechterd.
|
De opname van behangrijke voedingstoffen door de cellen neemt af en heeft invloed op de gezondheid van het dier. Het immuunsysteem raakt overbelast en kunnen er allergieën ontwikkelt worden.
|
Om de darmgezondheid te bevorderen is probiotca en prebiotica wenselijk bij een disbalans in de darmen.
|
Voor een goede darmgezondheid is het belangrijk dat de parasitaire behandelingen, vaccinaties, medicaties etc beperkt worden
|
|
|
Leaked Gut Syndrome
Een Leaked Gut Syndrome ontstaat door een verminderde werking van de barrière poorten tussen de darmcellen.
|
|
De darmcellen gaan hierdoor verder uit elkaar staan en zo wordt de doorlaatbaarheid verhoogd.
|
Naast voedingsstoffen komen er ook toxines, onvolledige verteerde voedingstoffen en darmbacteriën in de bloedbaan.
|
Het immuunsysteem wordt hierdoor geactiveerd en de ontstekingsactiviteit wordt verhoogd.
|
|
Medicatie zoals antibiotica, NSAIDS, wormkuren en koolhydraatrijke voeding spelen bij dieren een belangrijke rol in het ontstaan van een lekkende darm.
|
Symptomen die zichtbaar zijn bij een lekkende darm vermoeidheid, ontstekingen, huidproblemen, allergieën, spijsverteringsproblemen, concentratieproblemen, prikkelgevoeligheid en angsten.
|
Het herstellen van een lekkende darm vraagt om verandering van voeding, beperken van medicatie, vaccinaties en parasitaire middelen en stressreductie.
|
|
|
|
|
|
|
Probiotica, prebiotica en vezels
In de darmen huizen bacteriën, virussen, gisten en schimmels, samen met de darmparasieten, ookwel het darmmicrobioom genoemd.
|
Het darm microbioom is belangrijk bij de spijsvertering, het verteren van voeding, omzetting van nutriënten en bescherming van het lichaam.
|
Bij een gezonde darmgezondheid is er balans tussen deze micro-organismen en deze kan verstoort raken. Er ontstaan dan spijsverteringsklachten zoals diarree en braken.
|
De darmgezondheid en het zenuwstelsel werken nauw samen. De darmen hebben een eigen zenuwstelselsysteem die verbonden is aan het centraal zenuwstelsel. Tussen de darmen en het hersenen wordt informatie uitgewisseld. Bij een verstoring in de darmen kan er stress ontstaan. De dieren kunnen hierdoor gevoeliger worden op prikkels, onrustig, angstig en prikkelbaarder worden.
|
De verstoringen kunnen ontstaan door onnatuurlijke en kwalitatieve slechte voeding, parasitaire middelen zoals wormkuren, antibiotica, vaccinaties, medicijnen en stress.
|
Het darm microbioom kan hersteld worden met het aanbieden van probiotica, prebiotica en vezels. Hierbij is het van belang dat de doorlaatbaarheid van de darmen optimaal is, zodat de darmflora, ookwel de probiotica in de darmen blijft. Anders ontstaat er een overbelasting van het immuunsysteem. De prebiotica en de vezels dragen bij aan de voeding en optimale omgeving voor de probiotica en bescherming van de darmwand.
|
Het inzetten van probiotica tijdens een antibioticakuur is afhankelijk van de infectie en gezondheid van het dier. Na iedere antibioticakuur is het raadzaam om probiotica in te zetten om het herstel te bevorderen van de darm microbioom.
|
Als een dier medicatie en antibiotica nodig heeft, is het daarna belangrijk dat de oorsprong van de infectie, allergie of andere mogelijke klachtenbeelden in beeld gebracht worden om langdurig gebruik van antibiotica en medicaties te voorkomen.
|
Klachten zoals een infectie, allergie en andere klachtenbeelden hebben een onderliggende disbalans denkend aan een verstoring van het immuunsysteem, hormoonsysteem en/of zenuwstelsel, emotionele disbalans, stress en andere vormen van een disbalans.
|
|
Met natuurgeneeskunde worden alle aspecten van de gezondheid van dieren bekeken en behandeld. Alleen het inzetten van natuurlijke middelen en therapieën is vaak onvoldoende. Het krijgen van het inzicht over de gezondheid van uw dier, samen met de aanpassingen in de voeding, leefomgeving, activiteiten etc. dragen bij aan het herstel van uw dier.
|
|
|
|
|
|
Voeding
Voeding speelt een cruciale rol in de balans van vitaminen, mineralen en spoorelementen, vetzuren en aminozuren.
|
|
Het is daarom belangrijk dat een dier goede kwalitatieve voeding krijgt die past bij het dier.
|
|
|
|
Een herbivoor heeft voldoende plantaardige voeding zoals, kruiden,, planten en grassen nodig en een carnivoor heeft vlees, botten en spieren nodig voor optimale spijsverteringsprocessen.
|
Verstoringen van oa de spijsvertering en immuunsysteem hebben vaak te maken met de voeding van de dieren, denkend aan overschot aan koolhydraten en suikers.
|
Het kiezen van goede kwalitatieve voeding vraagt zorg en is belangrijk voor het dier. Voeding zijn bouwstenen voor het lichaam van het dier om gezond te blijven.
|
|
Met een natuurgeneeskundig behandeladvies wordt de voeding meegenomen en geadviseerd welke voeding het beste past bij uw dier.
|
|
|
|
|
|
|
|
Volgende keer in de nieuwsbrief
|
Verschillende natuurlijke therapievormen zullen in de volgende nieuwsbrieven centraal staan.
|
|
In de volgende nieuwsbrief worden de essentiële oliën uitgelicht en besproken.
|
|
|
|
|
|
|
