Er zijn diverse adviezen/meningen over het steriliseren en castreren bij dieren. Het is moeilijk om “standaard” advies te geven over deze ingrijpende operatie. Dit is maatwerk en individu afhankelijk of het dier gesteriliseerd of gecastreerd moet worden.
De adviezen die op deze site staan, zijn bedoeld om wat inzicht te geven om u dier doordacht te steriliseren of castreren.
AANDACHTSPUNT.
Castreren van een dier mag pas overwogen worden wanneer het dier fysiek en mentaal volgroeid is.
Een dier heeft zijn /haar hormonen nodig om zich fysiek en mentaal te kunnen ontwikkelen.
Castreren vóór het dier fysiek en mentaal volgroeid is, geeft een fysieke en mentale verstoringen met alle gevolgen van dien.
Bij te vroeg castreren wordt het volwassenwording vertraagd, waardoor het dier het proces naar volwassenheid niet kan doorzetten en het ontstuimige jonge dieren blijven.
Ook leerprocessen en verwerkingsprocessen bij te vroeg castreren worden vertraagd, dit kan bijvoorbeeld bij angstige dieren problematisch worden als deze dieren door een vertraagde verwerkingsproces niet kunnen leren van hun angst en zullen angstig blijven…
Het advies
Het belangrijkste advies is om inzicht te krijgen over de effecten van het wel of niet castreren/steriliseren. De ingreep heeft inpact/gevolgen per soort, dier en leeftijd.
Om u te kunnen adviseren over een optie voor castratie/sterilisatie worden de volgende aspecten bekeken:
Het doel.
Het doel van steriliseren en castreren is het onvruchtbaar maken van de dieren.
In de meeste gevallen worden deze ingrepen uitgevoerd ter preventie om ziekten en ongemakken te voorkomen.
Om een keuze te kunnen maken is het van belang om het verschil te weten tussen steriliseren en castreren.
In de volksmond wordt er een verschil aangegeven door de mannelijke dieren te “castreren” en de vrouwelijke dieren te “steriliseren”. Dit kan verwarrend overkomen.
Steriliseren.
Steriliseren is het onvruchtbaar maken door de eileider/zaadleider te ontbinden, zodat er geen bevruchting kan plaats vinden, hierbij blijven de geslachtsklieren aanwezig in het dier en behoud zijn functie.
Het natuurlijk gedrag en karakter blijven aanwezig en de lichamelijke functies kunnen door geslachtsklieren normaal functioneren.
Dit geeft de meeste voorkeur aan het onvruchtbaar maken van dieren, dit heeft de minste nadelige gevolgen in het lichaam en mentale ontwikkeling.
Castreren.
Bij castreren worden de geslachtsklieren zoals de testikels bij de mannelijke dieren en de eierstokken (vaak ook de baarmoeder) operatief verwijderd. Hierbij verliest het dier zijn geslachtklieren en daarmee ook de productie van van de geslachtshormonen. Dit heeft invloed op het natuurlijk gedrag, karakter en lichamelijke functies.
De mannelijke dieren worden gecastreerd en hierbij worden de testikels weggehaald. De testikels produceren testosteron en zorgen voor de geslachtsdrift, mannelijk gedrag en karakter, mannelijke geslachtskenmerken, ontwikkeling en functioneren van de geslachtsorganen.
De vrouwelijke dieren worden gecastreerd en hierbij worden de eierstokken (en de baarmoeder) weggehaald. De eierstokken produceren oestrogenen en zorgen voor de cyclus, vrouwelijk gedrag en karakter, vrouwelijk geslachtskenmerken, ontwikkeling en functioneren van de geslachtsorganen.
Holistische visie
Vanuit de klassieke homeopathie is een castratie een vorm van onderdrukking, een onderdrukking van de uitscheidingssappen, het bloed van de loopsheid en sperma.
In het lichaam ontstaan er door een castratie hormonale veranderingen en dit geeft een verstoring. Er zijn dierenkarakters die niet tegen onderdrukking kunnen en dit zal klachten ontwikkelen. De meeste dieren laten minder of geen klachten zien na castratie/sterilisatie.
Bij een castratie wordt het dier “onzijdig” gemaakt, door het wegnemen van de geslachsklieren. Er ontstaat een stilstand van de geslachtshormonen.
Op geestelijk vlak kan een castratie verdriet, onverschilligheid en belediging veroorzaken en kunnen bijv. uitingen als onzindelijkheid na castratie veroorzaken, ook vraatzucht na een castratie kan een uiting zijn.
Door castratie maken we van dieren “gezelschapsdieren” gezet naar onze handen. We ontnemen hierbij de levenstaak en bestaantsrecht zoals voortplanting, behoud van territorium en het jager zijn.
Bij het behoud van het bestaansrecht en levenstaak horen wel weer andere consequenties bij, vaak een korter leven door infecties, gevechten en doodgereden worden en minder goed in groepen leven (bijv. bij hengsten kan dit een probleem zijn, kunnen niet in de kudde leven, terwijl paarden echte kuddedieren zijn). Castratie geeft daarintegen wel weer dieren iets op, in de buurt van mensen is veiligheid, voedsel en warmte.
Lees meer over dit onderwerp: doel en nadelen van castreren van honden, katten en paarden.
Wilt u natuurgeneeskundig advies voor steriliseren/castreren van uw dier, neem dan contact op.
Terug naar: Extra