Bij een consult kan er worden gevraagd om de uitgevoerde bloedonderzoek bij de dierenarts op te vragen, zodat het meegenomen kan worden in het behandeladvies.
Met een bloedonderzoek worden fysieke functies van organen bepaald, denkend aan de lever, nieren en alvleesklier. De waarden van de meting bepaald hoe de organen werken. Ook het bloed zelf zoals de rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes zijn waardevol om te weten.
Gezondheidsklachten zijn meestal terug te zien in het bloedonderzoek en welke organen aandacht vragen.
Binnen de referentiewaarden functioneren de organen optimaal. Op het moment dat de waarden richting de onder- of bovengrens komen, geeft dat aan dat het orgaan minder goed functioneert of overbelast is geraakt.
Met een holistische kijk op het bloedonderzoek wordt gebruik gemaakt om de onderliggende disbalans van een orgaan te herleiden.
Bloed is een vloeistof in het lichaam die zorgt dat er voedingstoffen, afvalstoffen, hormonen, zuurstof en koolstof worden getransporteerd van en naar het weefsel. Daarnaast zorgt het bloed voor de temperatuur en vochtbalans in het lichaam en draagt bij aan de levensenergie van het dier.
Het herstel van organen en weefsels samen met de natuurlijke afweer tegen lichaamsvreemde stoffen wordt door het bloed gereguleerd en vallen onder de werking van het zelfhelend vermogen van het dier.
Voor een goede gezondheid is het belangrijk dat zowel het bloed als de organen in balans zijn.
Bij een verstoring van het bloed en organen, kunnen er lichamelijke klachten bij uw dier zichtbaar worden zoals gevoeligheid van ontstekingen en vermoeidheid.
Leverwaarden
In het bloed worden verschillende stoffen gemeten die bepalen van of de lever voldoende functioneert. De lever draagt bij aan de eiwitvertering (waaronder ook hormonen) en ontgiftigingsprocessen.
Bij een meting worden er verschillende enzymen gemeten en die de functie van de lever kan bepalen. Bij lage waarden van 1 of meerdere enzymen geeft aan dat de lever onvoldoende functioneert en bij een te hoge waarden is de lever overbelast en blijven er teveel enzymen achter in het bloed.
Nierwaarden
Uit het bloedonderzoek kan bepaald worden hoe de nieren functioneren. De nieren dragen bij aan de vochthuishouding, mineraalhuishouding en afvoer van afvalstoffen.
Bij de nieren worden er verschillende afvalstoffen gemeten die de nieren moeten afvoeren. Verhoogde waarden geeft aan dat de nieren overbelast zijn geraakt of zijn beschadigd, de afvalstoffen blijven achter in het bloed en kan ontstekingen veroorzaken
Alvleesklier
Uit het bloedonderzoek kan bepaald worden hoe de alvleesklier functioneert. De alvleesklier heeft verschillende taken, zoals de aanmaak van spijsverteringsenzymen en reguleert de bloedsuikerspiegel in het bloed.
Rode bloedcellen
MCH – mean corpuscular hemoglobin
MCHC – mean corpuscular hemoglobin concentration
MCV
Witte bloedcellen en miltfunctie
Een meting van de witte bloedcellen geeft een indicatie hoe het immuunsysteem functioneert, waaronder de milt. De milt en de nieren dragen bij aan de opbouw van de witte bloedcellen. Witte bloedcellen herkennen en vernietigen schadelijke stoffen zoals bacteriën, virussen, parasieten en schimmels.
Mocht er bij de uitslag abnormale distributie vermeld staan, dit geeft aan dat er een (auto)immuungerelateerde afbraak is van de witte bloedcellen zijn. Deze worden worden door oa vaccinaties veroorzaakt.
Bloedplaatjes
Hormonen
Bijnieren
Hypofyse
Schildklier
Geslachtshormonen
Calcium
Vergiftiging / medicijnen
Vitamines en Mineralen
Allergie
Ziektes
Parameters
Soms wordt er een vermelding gemaakt bij het bloedonderzoek, dit zijn serieuze meldingen en geen foutmelding van het meting.