Urinewegproblemen bij katten

Urinewegproblemen komen bij katten erg veel voor.

Tijdens de studie Veterinaire Natuurgeneeskunde zijn urinewegproblemen bij katten uitvoerig besproken. Voor de afronding van de studie heb ik een eindscriptie geschreven over urinewegproblemen bij katten en mij verder verdiept in de mogelijke oorzaken van urinewegproblemen.

In het najaar van 2017 heb ik een artikel over Blaasproblemen bij katten geschreven voor het Vaktijdschrift Complement.

Op deze pagina zal ik vermelden welke mogelijke oorzaken bij urinewegproblemen kunnen zijn .Het is de bedoeling dat u met deze uitleg inzicht krijgt over urinewegproblemen bij katten.

Behandeling
Bij urinewegproblemen bij katten worden vaak als eerste door de dierenarts behandeld, de reguliere behandeling geeft een goede verbetering. Aanvullend kan een natuurgeneeskundig consult afgenomen worden om de oorzaak van de urinewegproblemen te achterhalen. U krijgt een passend natuurgeneeskundig behandeladvies om verdere urinewegproblemen te voorkomen. Voorkoming van urinewegproblemen bij katten is uiteraard het beste.

Mocht u interesse hebben voor een passend natuurgeneeskundig behandeladvies, dan kunt u contact opnemen met de therapeut.

De kat
Om de uitleg over urinewegproblemen bij katten helder te krijgen is het belangrijk om te weten wat voor dier een kat is.
Een kat is een zoogdier en is een zelfstandige gespecialiseerde landroofdier, katten zijn de meest uitgesproken carnivoren (vleeseters) en komen oorspronkelijk uit de steppegebieden.
Om te kunnen overleven in de steppe, gingen katten heel zuinig met hun waterbehoefte om en haalden hun vocht voornamelijk uit hun gevangen prooidier. Het instinctieve gedrag om zuinig om te gaan met water is tijdens de evolutie gebleven.

Daarnaast halen katten hun voedingstoffen uit dierlijke eiwitten en dierlijke vetten, een echte vleeseter dus!

De evolutie.
In de evolutie zijn katten dichter bij mensen gekomen nadat de nederzettingen graan- en rijstvoorraden hielden.

De aanwezigheid van ratten en muizen bij de voorraden waren voor katten aantrekkelijk voor hun voedselvoorziening en voor de mens ideaal ter bescherming van hun voorraden. Gedurende de evolutie werden de katten zowel enorm gewaardeerd als gevreesd.

In de 19e eeuw zijn de mensen de katten meer gaan respecteren en werden katten in huizen gehouden en ontstonden er diverse rassen door het fokken en werden katten meegenomen op reizen.

Hierbij hebben ook op het verzorgings- en huisvestingsgebied veel ontwikkelingen zoals de voeding plaatsgevonden en is er steeds meer bekend om de kat als huisdier te kunnen houden.

Op internet is veel informatie te vinden over de ontstaansgeschiedenis over katten en zal verder niet diep op ingegaan worden op deze site.

Urinewegen
Urinewegen bestaan uit twee gedeelte, de nieren en de lage urinewegen.

De nieren
De nieren zijn zeer gevoelige boonvormige organen, die zorgen voor een goed filtersysteem, om voedingstoffen, afvalstoffen en water uit het bloed te filteren.

De nieren zorgen tevens voor de afvoer van de afvalstoffen door middel van aanmaak van urine en reguleren de vochthuishouding en zuurtegraad in het lichaam. De gevormde urine door de nieren worden via de urineleiders (ureter) naar de blaas afgevoerd en tijdelijk opgevangen. Daarna wordt de urine in de blaas afgevoerd via de urinebuis (urethra).

Bij nieraandoeningen zijn de nieren beschadigd en hebben een verminderde functie. Hiermee kunnen symptomen optreden als veel drinken/veel plassen (pu/pd), sloom, vermageren, overgeven, verslechtering conditie.
De meest voorkomende nieraandoening is de nierontsteking (acuut of chronisch).
Daarnaast kunnen nieren verschrompelen bij bepaalde ontstekingen, waarbij de nieren hard en klein worden en onvoldoende functioneren.

Bij bepaalde rassen komt een erfelijke aandoening voor, waarbij in de nieren grote met vocht gevulde holten ontstaan en de nierfunctie verminderd, deze aandoening wordt ook wel PKD, polycystic Kidney Disease genoemd.

De belangrijkste oorzaak van een nierbeschadiging zijn eerdere opgelopen ontstekingen en infecties (bacterie of virus) waardoor het nierweefsel herhaaldelijk is geïrriteerd. Verder kunnen de volgende oorzaken invloed hebben op de nierfunctie: afwijkende bloeddruk, aanwezigheid van vastzittende voorwerpen in het gebit, onnatuurlijk voeding, slechte hygiëne, tandvleesontstekingen, stofwisselingsziekte en hormonale problemen. Daarnaast kunnen het gebruik van medicijnen invloed hebben op de functie van de nieren.

Bij onvoldoende nierfunctie kunnen katten een niervergiftiging, uremie, krijgen, hierbij blijven de afvalstoffen in het lichaam, de nieren kunnen afvalstoffen zoals ureum en creatinine onvoldoende uitscheiden.

Ureum wordt door de lever gevormd, dit een afbraakproduct van de eiwitvertering. Creatinine is een eindproduct van de stikstofwisseling en wordt gevormd in de spieren.

Een bepaling van het ureum en creatinine in het bloed wordt de functie van nieren bepaald, bij een verhoogde aanwezigheid van deze stoffen geeft een indicatie van een verminderde nierfunctie.

De oorzaak van een uremie kan een ontsteking of infectie zijn, daarnaast kan een stoornis in de doorbloeding of urinelozing en daling van bloeddruk een uremie tot gevolg hebben.
Symptomen die bij uremie voorkomen zijn: futloos, ontstekingen van slijmvliezen, braken, spierzwakte, bloedarmoede, stinkende adem en veel drinken/veel plassen (pu/pd)

Nieren zijn zeer kwetsbare organen en gevoelig op ontstekingen, nierbeschadigingen kunnen snel optreden en zijn blijvend, daarom is een goede de gezondheid van de kat van groot belang voor de nierfunctie.

De lage urinewegen
Lage urinewegproblemen betreffen de blaas en de urinebuis (urethra).

De meest voorkomende aandoeningen zijn de ontstekingen aan de blaas (acuut, chronisch of idiopathisch) en vorming van blaasgruis/-stenen in de blaas en hierbij mogelijke obstructie van de urinebuis bij katers.

Bij een blaasontsteking is het slijmvlies van de blaas geïrriteerd en/of ontstoken, hierdoor is de blaaswand gevoelig en reageert met spastische samentrekkingen op urine.

De oorzaak kunnen bacteriële infecties zijn en blaasgruis/-stenen kunnen de blaaswand beschadigen en ontstekingen veroorzaken.

De symptomen zijn veelvuldig kleine beetjes plassen, persen op de urine, bloed bij de urine en algemeen ziek/koorts, pijnuitingen, verminderde eetlust.
Daarnaast kunnen verhoogde zuurtegraad, stress, tumoren/poliepen en anatomische afwijking van de blaas de oorzaken zijn van lage urinewegproblemen zijn.

Blaasgruis en blaasstenen.
Aanwezigheid van blaasgruis en –stenen (urolithiasis) kunnen urinewegproblemen veroorzaken.
Gruis is een neerslag van de normaal aanwezige mineralen (zouten) in de blaas en kristalliseren onder bepaalde voorwaarden en deze kristallen kunnen samen vloeien en kunnen uitgroeien tot stenen. Deze mineralen zijn afkomstig uit de voeding en zijn niet verteerd of in overmaat aanwezig, waardoor ze door de nieren zijn uitgefilterd en als urine worden afgevoerd.

Blaasgruis leiden tot irritatie en beschadiging van de blaaswand, waardoor een bacteriële blaasontsteking kan optreden. Blaasgruis is tevens een gunstige voedingsbodem voor bacteriën, waardoor bacteriegroei kan plaatsvinden.

Door verschillende oorzaken kunnen mineralen neerslaan, zoals de voeding, zuurtegraad van de urine, drinkgedrag, huisvesting en leefsituatie, stress, het bewegingspatroon en het gewicht van de kat.
De meest voorkomende blaasgruissoorten zijn de struviet (bij te basische urine) en de oxulaat (bij te zure urine).

Obstructie.
Het geslacht van de kat speelt een belangrijke rol ten opzichte van de afvoer van blaasgruis/-stenen.
Poezen hebben in verhouding tot katers een wijdere urinebuis en kunnen het gruis/-stenen goed afvoeren. Bij katers bestaat er een kans dat het gruis/-stenen vast kunnen lopen en kan er een levensbedreigende situatie ontstaan.

De symptomen van een obstructie van de urethra kunnen zijn: pijnlijk tot moeilijk kunnen urineren (dysurie), kleine beetjes urineren (pollakurie), persen op urine (strangurie), bloed bij urine (hematurie), incontinentie, vaker likken aan geslachtsdeel, pijnlijke buik door overvolle blaas en klagelijk miauwen.
Gedragsverandering (rusteloos, lusteloos, verminderde eetlust), langer op de bak en vaker; dwangmatig graven, pijnuitingen en niet aangeraakt willen worden en bloed, bezinksel of slijm in urine.

Dit zijn spoedgevallen en zal direct contact opgenomen moeten worden met uw dierenarts om blijvende nierschade of sterfte te voorkomen.

Natuurgeneeskundige visie
Vanuit natuurgeneeskunde wordt er gekeken naar de bron van de disbalans, waardoor de kat last heeft van de urinewegen.

De bron van de disbalans ligt veelal aan de voeding, drinkgedrag, leefomstandigheden, bewegingsmogelijkheden en kattenbakgebruik.

Bij het achterhalen van de bron kunnen er natuurlijke therapievormen ingezet om uw kat te ondersteunen, zoals aanpassingen en natuurlijke middelen. De therapievormen worden gekozen naar wat uw kat nodig heeft om te kunnen herstellen van de urinewegproblemen.

Langdurige urinewegproblemen kunnen ernstige gevolgen hebben voor uw kat. Mocht uw kat urinewegproblemen hebben, neem dan contact op, zodat uw kat de passende ondersteuning kan krijgen die zij/hij nodig heeft.

Terug naar: Extra